Nadat ik in de VUT was gegaan begon het touwtrekken om de school te verplaatsen naar
Horst. Dat vond het landbouwhuis in Roermond beter met het oog op de toekomst. Horst
had een middelbare landbouwschool en de lobby van die agrarische bedrijfstak bleek
sterker te zijn dan die van de gardeniers. Die strijd waarbij het hele lerarenkorps
en de directie in Venlo was betrokken ging tegen de hoge heren van Roermond en die
mocht ik alleen als toeschouwer meemaken.
3) De Gewestelijke School van het N.K.V.
In 1964 werd ik gevraagd lessen te geven aan de Gewestelijke Sociale School van het
N.K.V. in Venlo. Door de katholieke vakbond werden die scholen opgericht en gefinancierd
om de werkende arbeiders in de avonduren de gelegenheid te geven hun kennis bij te
spijkeren. De meeste deelnemers hadden na de lagere school een vak geleerd. Nu waren
ze goed gemotiveerd om Nederlands, Recht, Geschiedenis, Godsdienstige vorming bij
te leren in een aansprekende vorm. Toen de wet op de ondernemingsraden door de Kamer
werd aanvaard kwam de noodzaak erbij spreek- en schrijfvaardige werknemers naar voren
te kunnen brengen die tot lid konden worden gekozen van de ondernemingsraad. Tien
jaar was ik aan de school verbonden. De eerste twee jaren om godsdienstige vorming
te geven, de volgende jaren om de deelnemende werknemers het spreken in het openbaar
te leren. Ik heb dat gedaan op verzoek van de cursisten. De leraar die Nederlands
gaf zag geen kans die les uit te breiden met spreekvaardigheid. Volgens hem waren
de deelnemers aan de cursus daartoe te weinig uitgerust. Omdat ik die mening niet
was toegedaan vond ik het een uitdaging om die lessen aan te pakken. In Hoogstraten
had ik zes jaar lang spreek- en toneellessen gehad van Ast Fonteine. In Vlaanderen
was hij op dat gebied een autoriteit. Op het einde van de driejarige cursus moesten
alle deelnemers een proeve van bekwaamheid afleggen. Een jury beoordeelde dat optreden.
Ondanks de zenuwen deden zij dat elk jaar met een goed resultaat. Ze kregen van mij
de ruimte om te praten over hun werkervaring of hun hobby's. Door die examenproeven
kreeg ik zelf een goede kijk op hun werk- en vrijetijdsbesteding. Een van de ijverige
cursisten was Sef Giesbertz van Tegelen. Hij was een ongeschoolde arbeider, stoker
op de metaalfabriek de Globe in Tegelen. Hij was intelligent, maar nooit in de gelegenheid
geweest om na de lagere school verder te studeren. Via de N.K.V.-opleiding kwam hij
in de gemeentepolitiek en was actief in de ondernemingsraad van de fabriek waar bij
werkte. Dat ging niet zonder moeilijkheden van de kant van zijn werkgever. Over die
fricties is er destijds in Vrij Nederland uitgebreid geschreven. Samen hadden wij
dat aangekaart. Op zekere dag, enkele jaren nadat hij de cursus had beëindigd, kwam
zijn vriend mij vertellen dat Sef in het ziekenhuis lag. Hij had leukemie en zijn
vrouw was door de dokter over de hopeloosheid van zijn toestand ingelicht. Of ik
hem eens wilde bezoeken. Dat heb ik toen gedaan. Samen met zijn vrouw ben ik op zijn
verjaardag naar het ziekenhuis gegaan. Boven zijn bed hing een lint met het opschrift:
"Lang zal hij leven." Zijn vrouw en ik wisten dat dit niet lang meer zou duren. Hij
was zich van het naderend onheil niet bewust. Al zal hij wel wat vermoed hebben want
bij een volgend bezoek zei hij tegen mij: "Hub, stel dat ik kom te sterven, hoe moet
het dan met mijn kinderen?" Hij had vier kinderen, een dochter van 18, een zoon van
16, een dochter van 14 en dan een nakomertje, een meisje van drie jaar. Daar ik niet
houd van beloftes op of bij een sterfbed heb ik hem gezegd: "Luister, Sef, als jij
zou sterven dan zal ik, zolang ik in Venlo ben, jouw kinderen steunen. Maar ik kan
elders benoemd worden en dan garandeer ik niets." Sef Giesbertz overleed eind april
1972. Vanaf die datum heb ik de zorg voor vier kinderen van hem overgenomen. Vanzelfsprekend
niet helemaal, want ik bleef pater Gulickx. Voor de jongste was ik Ome Hub. Met dat
jongste meisje heb ik wel de sterkste band. Zij studeert nu in Eindhoven communicatie
en woont met een vriend samen. Dit jaar sluit zij haar studie af en gaat dan in Amsterdam
verder politicologie studeren. Sef zou maar wat trots geweest zijn als hij dit had
kunnen meemaken.